Ik weet wat een celkern, celmembraan, cytoplasma, vacuole en bladgroenkorrels zijn en kan deze aantonen op een afbeelding. Ook weet ik de functies van deze cel onderdelen.

Celkern:

Een celkern zit midden in de cel en is ovaal of rond. De celkern bestaat uit karyoplasma met daarom heen celkernmembraan. In celkernvocht zitten een aantal donkere korrels wat ook wel chromati-ne heet. Ook zit in de celkern vaak nucleoli/kernlichaampje die zijn wat groter en donkerder van kleur en vorm. Rode bloedlichaampjes hebben geen celkern en zijn dus niet in staat om te groeien of te delen. Ze hebben ook weinig stofwisseling.

 Celmembraan

De celmembraan is het buitenste laagje van een cel. Alle stoffen die in of uit de cel moeten worden gecontroleerd door het membraan, zodat er geen verkeerde stoffen in de cel komen. Celmembraan bestaat uit fosfolipoden. Fosfolipoden bestaat uit hydrofobe staartjes en hydrofiele kop. De hydrofobe staartjes zitten helemaal om de cel heen en de hydrofiele kop zitten daar weer om heen. Celmembraan is geen vast vliesje, maar er zit beweging in. Het membraam kan dus golven. In membraam zitten ook veel eiwitten. De eiwitten worden zelf door de cel gemaakt door ribosomen, endoplasmatisch reticulum en golgisysteem. Het golgisysteem zegt waar de eiwitten heen moeten. Eiwitten die in het membraam van de cel moeten komen, worden door het golgisysteem in een membraam transportblaasje geplaatst zodat in de membraan kunnen komen.

Cytoplasma

Cytoplasma is de vloeistof waar alle cel onderdelen in liggen. In het cytoplasma worden de meeste stofwisselingen plaats gevonden. Voedingstoffen worden daar omgezet in deeltjes waarmee celdeling gemaakt kunnen worden. Er komt daar energie vrij, bij stofwisseling

 vacuole

Een vacuole is een blaasje wat gevuld is met vocht. Vacuole heeft verschillende functies in de cel. Je hebt voedselvalcuolen zijn kleine baasjes met voedingsstoffen die door endocytose in de cel zijn gekomen. Bij dierlijke cellen zitten er vaak geen of weinig vacuolen. Planten bevatten eerst veel vacuolen, die nemen later water op of voegen zich samen met andere vacuolen.

bladgroenkorrels

Bladgroenkorrels zijn de delen in een cel van een plant die ervoor zorgen dat ze groen kleuren. Bladgroenkorrels komen alleen voor in planten. Fotosynthese kan alleen worden uitgevoerd met bladgroenkorrels. Bijna alle planten zijn helemaal of gedeeltelijk groen, dat komt omdat er in de meeste planten bladgroenkorrels zitten. De wetenschappelijke naam voor bladgroenkorrels is chlorofyl. Bladgroenkorrels zijn erg belangrijk voor de fotosynthese in een plant. In deze korrels wordt zonlicht opgevangen en daarna omgezet in energie om zo door de plant te worden gebruikt. Hierbij wordt water en koolstofdioxide omgezet in koolhydraten.